Voorjaarsdeal! Gebruik SPRING50 voor €50 korting (vanaf €500) en SPRING100 voor €100 korting (vanaf €1000). Bekijk actievoorwaarden
INTERVIEW MET RUBEN VAN ‘T LOO EN GIEL VAN STIPHOUT VAN CLIPPER INTERALL
Na de overname van Interall drie jaar geleden, positioneert het nieuwe merk Clipper Interall zich als duurzame generalist in de branche van promotionele producten. Commercieel Directeur Ruben van ’t Loo en Hoofd van Category Management Giel van Stiphout vertellen in gesprek met WA Nachrichten welke richting het bedrijf opgaat en welke trends spelen in de markt.
Ruben van ’t Loo heeft brede ervaring in verschillende verkoopfuncties, projectmanagement en leiding van verkoopteams in verschillende segmenten, van kleine bedrijven tot multinationals. Giel van Stiphout werkt al acht jaar in de branche van promotionele producten. Hij is hoofd van de afdeling Category Management en Inkoop bij Clipper Interall en begeleidde de overname van Interall vanuit inkoop- en assortimentsperspectief. Van ’t Loo en Van Stiphout veranderen het productenaanbod en assortiment van Clipper Interall met oog voor materialen, creativiteit, commerciële aspecten en strategische partnerschappen.
Kunnen jullie iets vertellen over de missie en visie van Clipper Interall?
Ruben van ’t Loo: Clipper werd in 1945 opgericht. Het bedrijf begon met het verkopen van schrijfwaren en was al snel de eerste specialist in bedrukte promotionele artikelen in Nederland. Vandaag de dag importeren en bedrukken we als leverancier en generalist functionele, herbruikbare en duurzame promotionele producten die een meerwaarde bieden voor merken en bedrijven. Onze focus ligt op een duurzame, gecertificeerde collectie en de samenwerking met Europese merken.
Ons doel is om de toonaangevende leverancier van duurzame promotionele producten te worden. Samen met onze partners en leveranciers willen we het proces naar duurzamer geven versnellen.
Giel van Stiphout: Voor de overname van Interall bevond Clipper zich in een vergelijkbare situatie als alle generalisten die proberen te concurreren op de Europese markt met dezelfde uit China geïmporteerde producten. Interall had echter een andere, op duurzaamheid gerichte inkoopstrategie. De overname heeft ons daarom een nieuw gezicht, verhaal en nieuwe richting geboden.
Welke kernwaarden liggen ten grondslag aan deze nieuwe aanpak?
Giel van Stiphout: Ten eerste: functionele, herbruikbare en duurzame producten. Het product moet ofwel van duurzaam materiaal zijn gemaakt of een betere CO2-balans hebben, of beide. Daarnaast moet de klant het product echt kunnen gebruiken. Ten tweede: "Made in Europe". Wanneer we nadenken over nieuwe producten, bekijken we altijd of ze lokaal geproduceerd kunnen worden. Uiteraard is er ook een economisch aspect, wat ons naar de derde waarde brengt: de samenwerking met duurzame merken, waaronder gecertificeerde B Corps. Met onze shop-in-shop aanpak voor deze merken bieden we onze klanten een onderscheidend assortiment.
Ruben van ’t Loo: Een ander punt is de klantrelatie. We willen onze klanten helpen zelf ook duurzamer te worden. Van bepaalde bestseller producten bieden we ook een nieuw model aan, welke gemaakt is van duurzamer materiaal. We raden onze klanten aan om dit duurzamere alternatief op de eerste pagina van hun webshop te zetten.
Hoe weerspiegelt jullie duurzaamheidsstrategie zich in jullie productassortiment?
Ruben van ’t Loo: Momenteel valt 40% van onze producten in onze ‘WoW Sustainable Collection’, met als doelstelling dat dit 80% is in 2030. De producten van Clipper Interall hebben duurzaamheidskenmerken zoals "gerecycled" en "bio". Deze worden ondersteund door wereldwijd erkende certificeringen zoals GRS, RCS en FSC.
Giel van Stiphout: Wat de materialen betreft, is onze inkoopstrategie gebaseerd op drie pijlers: hergebruikte afvalstoffen, gerecyclede materialen en natuurlijke materialen.
We richten ons bijvoorbeeld op materialen uit gecertificeerde afvalstromen. Dit betreft enerzijds onze eigen importen en anderzijds de samenwerking met duurzame merken.
Ruben van ’t Loo: Daarnaast werken we samen met de organisatie GSES (Global Sustainable Enterprise System) om de CO2-belasting van de producten te meten. GSES is een systeem dat een universele en wereldwijde duurzaamheidsstandaard vormt, gebaseerd op honderden duurzaamheidslabels en -normen voor fabrikanten, leveranciers en consumenten.
Waar gaat het om bij de B Corp-certificering en waarom hebben jullie besloten om samen te werken met gecertificeerde B Corps?
Giel van Stiphout: Het unieke aan B Corp is dat de certificering de volledige sociale en ecologische impact van een bedrijf omvat. Een groot aantal bedrijven uit de meest uiteenlopende sectoren is gecertificeerd B Corp. Tot onze gecertificeerde partnermerken behoren onder andere Mepal, Made Out Of, Moyu, Kambukka, Klean Kanteen en Sproutworld. Binnenkort voegen we nog meer B Corp-gecertificeerde merken toe.
Jullie richten je ook op andere certificeringen. Aan welke criteria voldoen deze?
Giel van Stiphout: Tussen 2019 en 2021 hebben we onderzocht wat we konden veranderen aan onze best verkochte producten – voornamelijk flessen, notitieboeken en tassen die we uit China importeren. We hebben ons verdiept in biokatoen, hout, bamboe en gerecycleerde materialen zoals papier en staal. In dit proces hebben we veel informatie over certificaten verzameld. Voor ons is het belangrijk hoe deze certificeringen de hele waardeketen in overweging nemen om alles zo transparant mogelijk te maken. Daarom werken we ook samen met onafhankelijke partijen en evalueren we de producten en materialen niet zelf. We houden rekening met de hele waardeketen; van de grondstoffenleverancier tot de productielocatie en ons handelsbedrijf. Daarbij vertrouwen wij op belangrijke duurzaamheidskeurmerken zoals FSC, GRS, RCS en GOTS. In 2023 hebben we deze certificeringen behaald en in 2024 zijn we geslaagd voor de heraudit.
Welke rol speelt "Made in Europe" in jullie assortiment?
Giel van Stiphout: We zien een groeiende vraag naar "Made in Europe". Naast functionaliteit en duurzaamheid is er natuurlijk ook het economische perspectief. We overwegen altijd of we een product in Europa kunnen (laten) produceren, maar dat is niet altijd mogelijk.
Ruben van ’t Loo: Momenteel wordt 35% van onze producten in Europa geproduceerd. Vijf jaar geleden was dat slechts 5 tot 10%. Ons doel is om tegen 2030 50% te bereiken. We blijven echter een handelsbedrijf. En hoewel duurzaamheid belangrijk is, blijft er ook een commercieel aspect. We streven naar een goede mix van Europese en producten uit het Verre Oosten. Het belangrijkste punt is echter: we willen functionele en nuttige producten aanbieden, geen wegwerpproducten die binnen 24 uur in de prullenbak belanden.
Waarom is functionaliteit zo belangrijk?
Ruben van 't Loo: Als een product duurzaam wordt geproduceerd, maar de ontvangers het niet nodig hebben en weggooien is het niet duurzaam. Als een klant om een duurzame pen vraagt, moeten we hem vragen: Wilt u een product met een 'groene uitstraling' voor marketingdoeleinden?
Of wilt u ook een mooi en functioneel product waar mensen 20 jaar mee kunnen schrijven en dat ze daarom zorgvuldig behandelen? In plaats van 10.000 verschillende flessen aan te bieden en de klanten te laten kiezen, vragen we wat ze nodig hebben en kiezen we misschien vijf passende producten waaruit ze kunnen kiezen.
Giel van Stiphout: Er zijn enkele standaardproducten die al 50 jaar goed verkopen en herbruikbaar zijn, zoals koffiebekers. In augustus dit jaar hoorde ik nog dat een bekend festival een hoge boete moest betalen omdat het wegwerpbekers gebruikte in plaats van herbruikbare bekers. Herbruikbaarheid en functionaliteit zijn centrale thema's. Ik denk dat de markt zich in deze richting ontwikkelt, omdat we anders problemen zullen krijgen met de Europese- regeringen en wetgeving. Als je rommel weggeeft, heeft het geen zin om het duurzaam te maken. Hoogwaardige, functionele producten daarentegen geven een merk echt waarde, terwijl de ecologische impact tot een minimum wordt beperkt.
Welke andere trends zien jullie in de branche van promotionele producten?
Giel van Stiphout: Onze markt beweegt zich richting werving en personeelsbehoud. Bedrijven hebben moeite om nieuwe medewerkers te vinden. Daarom hechten onze klanten steeds meer waarde aan employer branding. Zij focussen op mooie geschenken voor hun teams en welkomstpakketten voor nieuwe medewerkers. Op de beurzen zien we steeds meer hoogwaardige merken.
Jullie hebben een eigen drukkerij in Nederland met meer dan honderd moderne printmachines. Kunnen jullie daar wat meer over vertellen?
Giel van Stiphout: Onze drukkerij bevindt zich nog steeds in Nederland. We richten ons hier op digitaal printen en lasergravure. We hebben ook alles in huis voor keramisch drukwerk. Bovendien zijn we bezig met automatisering van onze digitale printers.
Ruben van ’t Loo: Ons magazijn en logistiek centrum beslaat 26.000 m², inclusief de meer dan 100 printmachines in onze drukkerij. In samenwerking met Senzer – een bedrijf dat mensen ondersteunt met afstand tot de arbeidsmarkt – biedt Clipper Interall mensen met een arbeidshandicap of mensen die deelnemen aan re-integratieprogramma's zinvolle dagbesteding in een prettige werkomgeving.
Wat zijn jullie plannen voor de nabije toekomst?
Ruben van 't Loo: Met ons hoofdkantoor en onze drukkerij in Nederland zitten we geografisch op een sweet spot en hopen we in de toekomst de snelste concurrent te worden, vooral met onze digitale producten, omdat we daar winnen op doorlooptijd. We zullen ons meer richten op digitaal drukken, niet alleen omdat we de snelste op de markt willen zijn, maar ook omdat we digitaal drukken zien als de toekomst van de drukkerij.
Giel van Stiphout: Op de PSI in Düsseldorf presenteren de grote generalisten meestal alleen de producten uit hun eigen assortiment. Wij volgen daarentegen een shop-in-shop-strategie met de gecertificeerde B Corp-merken. Zo bieden we een meerwaarde en onderscheiden we ons van andere generalisten – met als resultaat dat we als serieuze partner voor de Duitse markt worden gezien en daar momenteel groei en toenemende interesse registreren.
Bron: WA Nachrichten, Andreas J. Haller in gesprek met Ruben van ‘t Loo en Giel van Stiphout.
augustus 2024